Aangeboren hartafwijkingen

Aangeboren hartafwijkingen kunnen voorkomen in het geheel van een syndroom (bijvoorbeeld Syndroom van Down), maar kunnen ook geïsoleerd voorkomen. Meestal worden ze bij de geboorte of op jonge leeftijd vastgesteld maar sommige aangeboren hartafwijkingen kunnen langdurig verdragen worden door het lichaam, en veroorzaken pas op latere leeftijd klachten.

 

Belangrijke voorbeelden zijn:

  • Patent foramen ovale (PFO)

Patent foramen ovale is een resterende tunnelvormige verbinding die de rechter en linker voorkamer met elkaar verbindt. Deze doorgang is cruciaal is de ontwikkelingsfase van de baby, en groeit dicht na de geboorte. Bij ongeveer 25% van de mensen is deze sluiting onvolledig.  Een zeldzame keer kan deze doorgang een klonter doorlaten, die aanleiding kan geven tot beroerte. De diagnose wordt typisch gesteld met een slokdarmechocardiografie. In bepaalde specifieke gevallen zal er bij meestal jonge patiënten een indicatie bestaan om het PFO te sluiten door een ingreep via de lies.

  • Atrium septum defect (ASD)

Bij een atrium septum defect is er een echt gaatje tussen beide voorkamers waarbij er ook bloed vanuit de linker naar de rechter voorkamer kan stromen. In de meeste gevallen leven de mensen zonder problemen of klachten met een ASD. Het is pas als het defect groot genoeg is, dat er klachten optreden. Hierbij kan rechter hartfalen ontstaan waarbij men last kan krijg van vermoeidheid, dikke voeten en kortademigheid. Zo nodig zal de opening gesloten worden door middel van een interventie via de lies of toch via een hartoperatie.