Hartritmestoornissen
Een hartritmestoornis is een storing van de frequentie en/of opvolging van de elektrische signalen in het hart. Het elektrisch signaal ontstaat in de rechter voorkamer, in de sinusknoop. Na de vorming van het elektrisch signaal in de sinusknoop loopt het over een vastgelegd parcours (de atrioventriculaire knoop, de bundel van His en de bundeltakken in de kamers) naar de andere delen van het hart. Zo kunnen de hartspiercellen geactiveerd worden, samentrekken en het bloed rond pompen.
Elke afwijking van deze elektrische activiteit kan aanleiding geven tot hartritmestoornissen.
De meest voorkomende stoornissen zijn een abnormaal trage hartslag (bradycardie), een abnormaal snelle hartslag (tachycardie) en een onregelmatige hartslag (aritmie). De meeste hartritmestoornissen zijn enkel onaangenaam of hinderlijk, slechts een minderheid is levensbedreigend.
Symptomen
Soms verlopen hartritmestoornissen totaal ongemerkt, en worden ze slechts toevallig vastgesteld bij een routineonderzoek.
De symptomen zijn ook vaak afhankelijk van het type ritmestoornis.
De meest frequente symptomen zijn:
- Hartkloppingen
- Ongemak op de borstkas
- Duizeligheid
- Kortademigheid
- Aanhoudende vermoeidheid
- Duizeligheid
- Flauwvallen
- Hartfalen
Oorzaken
Voor sommige hartritmestoornissen is er geen aantoonbare oorzaak aan te tonen, maar de meeste ritmestoornissen zijn een bijkomend symptoom bij een andere hartaandoening zoals kleplijden, hartfalen of een hartinfarct. Soms kaderen ze in een aangeboren afwijking is in het elektrisch circuit van het hart of anderzijds ook ouderdom.
Diagnose
Om een hartritmestoornis te diagnosticeren is het belangrijk het hartritme vast te leggen.
Dit kan via:
- Een electrocardiogram (ECG)
- Een Holter onderzoek, eventrecorder of looprecorder
Daarnaast kunnen de volgende onderzoeken uitgevoerd worden:
- Inspanningstest
- Echocardiografie
- Tilt-test
- Elektrofysiologisch onderzoek
- Bloedname
Behandeling
Veel hartritmestoornissen zijn onschadelijk en hoeven dus niet noodzakelijk behandeld te worden.
Indien dit wel nodig is zal afhankelijk van het type ritmestoornis geopteerd worden voor:
- Medicatie
- Elektrische cardioversie (het hart resetten met een korte elektrische shock)
- Implantatie van een pacemaker
- Implantatie van een defibrillator
- Ablatie
Specifieke ritmestoornissen
Verdere informatie over de meer frequente hartritmestoornissen vindt u hier.
- Voorkamerfibrillatie (=atriumfibrillatie)
- Voorkamerflutter (=atriumflutter)
- Atriale tachycardie (=voorkamertachycardie)
- Extrasystolen
- AV-nodale re-entry tachycardie
- Wolff-Parkinson-White syndroom
- Atrioventriculair blok
- Ventrikeltachycardie (=kamertachycardie)
- Ventrikelfibrillatie (=kamerfibrillatie)